Site-archief

MUZIEK VAN WIND EN WATER

Angeline Schoor, geboren en opgegroeid in Haarlem, woont met haar zoon en twee ratten op een van de Zuid-Hollandse eilanden. In het dagelijks leven is zij leidinggevende binnen de gemeente Rotterdam. Daarnaast is zij singer/ songwriter en treedt zij zo nu en dan op, met haar harp of met gitaarbegeleiding van haar zoon. In de tijd die overblijft, reist zij zo veel mogelijk.
Fragment uit Muziek van wind en water: Dag 15 in Dunvegan, Oldest Bakery of Skye
Omdat mijn kamer op het oosten ligt, kan ik tegen vijf uur vaststellen dat de zon schijnt. Hé, dat is leuk. Ik vond de regendag helemaal niet vervelend, maar met droog weer en een beetje zon kan ik Leana weer eens mee op pad nemen. Ik ben een wandeling van plan op een uitsteeksel van Waternish. Als ik Stuart daarover informeer bij het dagelijkse doornemen van de plannen, zegt hij dat in een dorpje daar vlakbij een pub is waar regelmatig jamsessies zijn met aanvliegende muzikanten. Hij zal eens even kijken of dat vandaag ook zo is. Even later komt hij me stralend vertellen dat er vanavond een sessie is. Dat moet dan zo zijn. Ik weet nog niet of ik er ga landen, maar Leana gaat in ieder geval mee.
De echte fairy pools liggen min of meer op de route. Het zou toch jammer zijn er vlak langs te rijden zonder een poging te ondernemen om ze te zien. Ik kan het altijd proberen en als het te druk is, ben ik zo weer weg. Bovendien gaat de weg een eindje de Cuillin Mountains in en die wil ik graag zien, al kom ik er vandaag niet toe ze te bewandelen. Als ik bij de fairy pools kom, staan er wel wat auto’s op de parkeerplaats, maar het is niet vol. Het pad is tot aan de pools helemaal te overzien. Verlaten is het niet, maar ook niet afgeladen met de drommen mensen waar ik zo slecht tegen kan. Laat ik maar eens gaan kijken dan. Het duurt een dik half uur om er te komen, met een steile afdaling en daarna weer omhoog. Ook dit natuurverschijnsel bestaat uit een rivier die met watervallen trapsgewijs van de Cuillin Mountains af komt. De poelen die daarbij zijn ontstaan, zijn talrijker en dieper dan die ik gisteren heb gezien en inderdaad van een indrukwekkende schoonheid. Feeën zie ik niet, daarvoor zijn er net even te veel mensen. Maar dat geeft niet, die heb ik gisteren al ervaren. Vanavond, als iedereen weg is, komen ze vast terug. Dat kan haast niet anders op een plek als deze. Ik volg het pad omhoog langs de poelen. Hoe hoger ik kom, hoe minder mensen er zijn. Ik ben toch blij dat ik gekomen ben. Deze plek mist weliswaar door de bezoekers de magie die ik graag opzoek, maar is toch te mooi om overgeslagen te worden.
Als ik omkeer om aan de terugtocht te gaan beginnen, zie ik dat de parkeerplaats mudvol gelopen is. De auto’s stromen er zelfs overheen, tot op de smalle weg. Dat heb ik dan weer mooi uitgekiend, wegwezen nu. Als ik er bijna ben, komt me een ontzettend dikke mevrouw tegemoet. Ze is gehuld in een weinig flatteuze broek en felgekleurde trui. Ze heeft een hoedje met een slappe rand en een grote zonnebril op. Haar armen rinkelen van de armbanden. Aan een lijn voert ze twee Yorkshire terriërs met zich mee. Het is zo’n lijn die zich een meter voor het einde splitst en dan verder loopt naar een tuigje in stemmig Schots ruitpatroon voor ieder slachtoffer, zodat ze wel min of meer vrij kunnen bewegen maar steeds tot elkaar veroordeeld blijven. De hondjes zijn netjes geborsteld en het haar op hun kop zit met een strik vastgebonden. Ach Jezus! Ik ben juist bij een overstapplaats met grote stapstenen over een stroom en ik wacht om haar voor te laten gaan. Achter haar staat ook een rijtje mensen te wachten, want dit gaat een hele onderneming worden. De mevrouw komt zelf met enige moeite aan de overkant. Nu haar kameraadjes nog. Beverig staan ze op de stapsteen. De afstand die ze al springend moeten overbruggen, is tweemaal hun lichaamslengte. Ik vermoed dat dit niet gaat lukken, zeker niet aan die lijn. De mevrouw ziet dit ook in. Moeizaam positioneert ze zichzelf zodanig dat ze met één been op de stapsteen en met één been op de kant staat. Met een ferme ruk aan de lijn zwaait ze de beide hondjes over de stroom heen, alsof ze in de zweefmolen zitten. Gelaten ondergaan ze het. Het gaat allemaal erg snel en bijna goed, alleen de landing is niet helemaal soepel. Met een plons belanden ze in de stroom. Met behulp van de lijn worden ze door de mevrouw op de kant gehesen, waarna ze zich heftig uitschudden. Hun kapsels zijn helemaal bedorven. De schater die al een tijdje in mij aan het opborrelen is, kan ik met geen mogelijkheid meer tegenhouden en hij knalt eruit. De wachtenden aan de overkant hebben zichzelf beter in de hand. Een van hen, een flegmatieke jongeman, voegt de mevrouw in het voorbijgaan op vlakke toon toe: ‘Well, they certainly look like they are enjoying themselves.’

33 - Fairy Pools, Skye

Advertentie