Kees van der Waerden is filosoof en neerlandicus. In 1995 debuteerde hij met het boek Filosofen over het ik. Momenten uit de geschiedenis van de westerse filosofie. Op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde publiceerde hij artikelen in o.a. Spektator, Forum der Letteren, Levende Talen en NRC-Handelsblad. Ook verscheen de toneeltekst Socrates van zijn hand. Als co-auteur werkte Van der Waerden mee aan enkele lesmethodes voor het mbo. In 2006 schreef hij het Groot Voetbalwoordenboek van de Nederlandse Taal.
Fragment uit Hoofdstuk 3 over de regels van het voetbalspel
Time (1889 – 1900)
Evenals ‘half-time’ was ‘time’ in de jaren negentig van de 19e eeuw een veelvoorkomende uitdrukking. In de voetbalverslagen van de sportbladen maakte ‘time’ deel uit van het vaste corps Engelse leenwoorden: “Als het bijna time is ontstaat er nog eenmaal een scrimmage voor de Wageningsche goal, Ferf schiet, teruggeslagen, wederom een scrimmage, Eijken schiet weer, teruggeslagen, getrap, geloop, aanmoediging der half-backs en juist voor time is de laatste goal gemaakt.” (De Athleet 03-02-1894) De scheidsrechter kon voor ‘time’ fluiten als de speeltijd voorbij was. Daarnaast werd er bij het naderend einde van de wedstrijd door spelers en publiek vaak “time, time!” geroepen, waarmee geprobeerd werd de scheidsrechter te verleiden af te fluiten: “ ‘Time’ wordt geroepen, maar daar het reglement luidt, dat wanneer een vrije schop op tijd wordt toegestaan, de duur der match verlengd wordt, wordt de penalty-kick nog door Stokvis genomen.” (De Athleet 2-12-1893) In de beginjaren van de competitie werd de fluit nog niet gebruikt om het duel te beëindigen, maar riep de scheidsrechter dat het ‘time’ was: “Toen dan ook ‘time’ werd geroepen, stond de score nog altijd 1-1. Een ‘three cheers’ voor beide partijen weerklonk en spelers en toeschouwers verdwenen langzamerhand van het terrein.” (Ned. Sport 12-10-1889) Ook behoorde de fluit niet altijd tot de standaarduitrusting van een scheidsrechter. Zo is er een voorbeeld bekend van een referee die in 1889 tijdens een voetbalwedstrijd met een jachthoorn over het veld liep: “…Jasper Warnar, die scheidsrechterde en met een misthoorn van zijn jacht rond liep…” (Groothoff 1947, 139) Begin jaren negentig werd als vertaling van ‘time’ ook sporadisch gesproken van ‘tijd’, dat vanwege zijn onwennigheid vaak tussen aanhalingstekens werd geplaatst: “Dan is het ‘tijd’.” (Mulier 1894, 188) / “…als vier minuten voor ‘tijd’ Sparta een hoekschop ten deel valt.” (De Athleet 7-03-1894) / “…toen ‘tijd’ werd gefloten.” (De Athleet 17-02-1897) / “…kort daarop is het ‘tijd’.“ (De Athleet 24-03-1897). Pas vanaf 1900 was de term ‘tijd’ in de voetballerij voldoende ingeburgerd om de aanhalingstekens weg te laten: “…wordt tijd gefloten.” (Het Sportblad 27-09-1901)
‘A trip’ (tekening uit het boek ‘Football’ van 1897